Verslag Raymond vh Groenewoud - Memoires van een balmuzikant
‘Meisjes (ze maken ons kapot, meneer !)’ had hij niet gespeeld. En 'Liefde voor muziek' evenmin. Zelfs 'Twee meisjes' was van de setlist geschrapt. ‘Spijtig toch’ opperde iemand na de overbluffende show die Raymond op Hemelvaartdag had neergezet in CC De Mastbloem. Een kniesoor die daar aanstoot aan neemt. De set die hij bij elkaar had gepuzzeld, bevatte meer dan genoeg krop-in-de-keel-momenten om het zonder die classics te kunnen stellen.
Waar vele ‘artiesten op leeftijd’ teren op vroegere successongs (Stones, Fogerty), zichzelf tot gapens toe recycleren (U2, Coldplay), met minderwaardig materiaal afkomen (Simple Minds, Prince) of hun stem zijn kwijt geraakt (Dylan, McCartney), wordt hier en daar één enkeling beter en rijper met de jaren. Zijn laatste CD ‘Aan de meet’ had reeds aangegeven dat Raymond - 63 intussen - tot deze laatste categorie behoort. Een uitgepuurde, persoonlijke plaat waar de lach en de traan elkaar afwisselen alsof ze een estafette lopen, en de zanger zich van zijn meest kwetsbare kant laat zien.
Hij begon met ‘Aan de meet’, intiem en sober ondersteund door Gwen Cresens op accordeon: “‘k heb al meermaals overwogen, 't Gaat er niet om hoe snel ik reed. En evenmin hoe ik zal rijden. Maar 'k zal mezelf zijn aan de meet”. De toon was gezet, Raymond zou zich zelve zijn in Kruishoutem. Twee liedjes verder stond hij reeds als een gek te zwaaien en te raddraaien op zijn bewerking van de sixties polonaise ‘We dansen samen de Bostella, (de hit van ’t jaar)’.
De instrumentatie nodigde uit tot intimiteit en ontroering. Gwen Cresens haalde een mijmerende bandoneon boven, bassist Ben Faes plukte verstild aan de bas, en Cesar Janssens borstelde een discreet ritme op de trom. Raymond klonk alsof hij alle ballast had afgeschud, en vrede had met verleden, heden en toekomst. De tournee heet ‘Memoires van een balmuzikant’, en tussen zijn eigen songs door rakelde hij herinneringen op aan de hits die hij in 1967 - als lid van zijn vaders orkest - in de vingers hoorde te hebben. En dus volgden er flarden uit 'A Whiter Shade of Pale’ (Procol Harum en J.S. Bach), 'Gloria’ (Them) en 'La Bamba’ (Richie Valens).
Occasioneel diepte Raymond ook ouder werk van eigen makelij op. 'Mijn vriend Jan' met een subtiel ‘Over the rainbow’-outro wentelde zich in weemoed. 'In de gracht' bracht een ongelukkige schooltijd in kaart en 'Omdat ik van je hou' klonk jazzy als een oude standard. In de twee instrumentals schemerde de liefde voor het ambacht door. Los van de vraag of Hij wel echt bestaat, mag ‘Ik ben God niet’ dan wel waar zijn, maar zo nu en dan kwam Raymond op Hemelvaartdag toch aardig in Diens buurt. ‘Warme dagen‘ deed hunkeren naar volle terrasjes en opwaaiende zomerjurkjes. ‘Zoals gewoonlijk’, Raymonds versie van ‘Comme d’habitude’ (Claude François) ging dan weer door merg en been. Af en toe mocht het trouwens ook wat robuuster, o.a. toen hij een pluk ‘Some kind of wonderful’ van Grand Funk Railroad voor de leeuwen gooide. Bij 'Help de rijken' werd een hilarische tand bijgestoken. Maar achteraf was het toch 'Maanlicht', een song die het leven viert en tegelijk voor vochtige ogen zorgt, dat het tweede deel van de set in stijl afsloot.
Ontroeren is een kunst, en Raymond beheerst ze tot in de kleinste details. Dat hij er nadien als uitsmijter nog zijn ode aan de opblaaspop (‘Ze ruikt niet lekker, maar ze doet haar job’) achteraan gooide, was geen toeval. Een speelse feelgood-song om de mensen de nacht mee in te sturen. Ook dat is liefde.
(Op basis van recensies in www.concertnews.be en De Morgen).
Setlist
-
Aan de meet
-
Moment
-
Bostella
-
Goeie morgen, ouwe rotkop
-
Whiter shade of pale/Gloria
-
La bamba
-
Het verschil met mijn vriend Jan
-
‘k Onthou het niet
-
Jouw liefde
-
In de gracht
-
Instrumental
-
Zoals gewoonlijk
-
Het is zo lekker
-
Omdat ik van je hou
-
Help de rijken
Pauze
-
Instrumental
-
Warme dagen
-
Some kind of wonderful
-
Ik ben God niet
-
Moedertaal
-
Wachten op de wagen in de nacht
-
Ik ga mijn eigen gang
-
Het gaat om ons
-
Maanlicht
-
Opblaaspop